RIEC thema's

Binnen ondermijnende criminaliteit zijn verschillende landelijke thema’s te onderscheiden. De focus binnen de aanpak van ondermijnende criminaliteit door de RIEC's en het LIEC ligt momenteel op de volgende landelijke thema's: georganiseerde hennepteelt, mensenhandel en mensensmokkel, misbruik en fraude binnen de vastgoedsector en witwassen en daaraan gerelateerde vormen van financieel-economische criminaliteit. 

RIEC thema's

Mensenhandel en -smokkel

De Nationale Rapporteur Mensenhandel verstaat onder mensenhandel: het werven, vervoeren, overbrengen, opnemen of huisvesten van een persoon, met gebruik van dwang (in brede zin) en met het doel die persoon uit te buiten. Juist die beoogde uitbuiting maakt het mensenhandel.
Uitbuiting grijpt diep in op de levens van vaak kwetsbare personen in de samenleving en heeft op slachtoffers ernstige lichamelijke en psychologische effecten. Mensen met veelal beperkte mogelijkheden en vaardigheden om zelf regie over hun leven te voeren, worden volledig afhankelijk van criminelen, die hiervan misbruik maken om zichzelf te verrijken.
Mensensmokkel is het illegaal begeleiden of vervoeren van mensen over internationale grenzen.  Bij mensenhandel is soms óók sprake van mensensmokkel, maar niet altijd.

Mensenhandel en mensensmokkel is sinds de start van de RIEC’s een landelijk RIEC-thema. In onze regio is bestuurlijk prioriteit gegeven aan de aanpak van deze ernstige vorm van ondermijnende criminaliteit.

Casuïstiek

In 2020 werden door onze partners vier signalen met het thema Mensenhandel en mensensmokkel in het Informatieplein gebracht. Al deze signalen zijn een integrale casus geworden. Omdat er ook al casussen uit voorgaande jaren liepen, was er in 2020 sprake van in totaal acht casussen met dit thema. In vier daarvan ging het om seksuele uitbuiting en in drie gevallen ging het om arbeidsuitbuiting. In één casus ging het specifiek om mensensmokkel.

  • In één van de casussen waarin sprake was van arbeidsuitbuiting, is de bestaande problematiek ten aanzien van de Registratie Niet Ingezetenen (RNI) duidelijk zichtbaar geworden. Arbeidsmigranten die korter dan vier maanden in Nederland verblijven kunnen zich inschrijven in de RNI, bij één van de 19 RNI-loketten in Nederland. Na deze registratie ontvangen ze een BSN-nummer, waarmee ze aan het werk kunnen. Na vier maanden zijn mensen met een RNI-registratie verplicht zich in te schrijven in de Basisregistratie Personen (BRP). Bij de RNI is het niet verplicht om een verblijfadres op te geven, maar voor de BRP is dat wel het geval.

    In de praktijk zijn de meeste arbeidsmigranten langer dan vier maanden in Nederland. Velen van hen schrijven zich echter niet in in de BRP. Als gevolg hiervan ontbreekt het zicht op deze arbeidsmigranten. Dit maakt hen kwetsbaar voor uitbuiting.
  • In de betreffende casus werden arbeidsmigranten door hun werkgever gehuisvest in twee woningen. Tijdens een controle werd een groot aantal slaapplaatsen in een beperkte ruimte aangetroffen. Van de slachtoffers in deze casus, die alle een RNI-inschrijving hadden, was geen verblijfplaats geregistreerd. Hierdoor bleven zij buiten het zicht van de instanties.  Naar aanleiding van deze  casus is door de betrokken gemeente en het basisteam van de politie onder meer gesproken met het ministere van Justitie en Veiligheid. Ook andere RIEC’s hebben de RNI-problematiek landelijk aangekaart. In samenwerking met de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid  verkennen de RIEC’s nu de mogelijkheden om deze problematiek aan te pakken.
  • Eén RIEC-casus is gestart naar aanleiding van diverse signalen van seksueel misbruik en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Deze signalen zijn in kaart gebracht door zowel zorg- als veiligheidspartners, in enkele brainstormsessies die werden georganiseerd door het Veiligheidshuis Noord-Holland-Noord. Door het combineren van de informatie uit beide domeinen, ontstond er een voldoende sterk signaal om aan te melden bij het Informatieplein.
  • Voor deze RIEC-casus is een klankbordgroep gevormd, bestaande uit diverse experts uit het landelijke Fieldlab Mensenhandel en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Hoewel er onvoldoende mogelijkheden waren om te komen tot een strafrechtelijke aanpak, heeft de gebruikte werkwijze binnen deze casus er wel toe geleid dat er goed zicht is gekomen op het onderzochte netwerk. Daarnaast is er op basis van de ervaringen in deze casus een interventieschema seksuele uitbuiting ontwikkeld, dat kan worden toegepast op toekomstige casuïstiek op dit thema.

Ontwikkelingen, activiteiten en resultaten

Het aantal RIEC-casussen met als hoofdthema mensenhandel en mensensmokkel ligt lager dan op grond van schattingen over het vóórkomen van deze vorm van criminaliteit verwacht zou mogen worden. Dit is in lijn met het landelijke beeld: zowel de Nationaal Rapporteur Mensenhandel als het Coördinatiecentrum Mensenhandel (CoMensha) gaan uit van een significant verschil tussen de schattingen en de registratiecijfers. Dit zien we ook terug bij de andere RIEC’s.

Om hierin verandering aan te brengen en mensenhandel en mensensmokkel beter te kunnen aanpakken willen we het aantal RIEC-signalen en RIEC-casussen vergroten. In 2020 hebben we hiertoe in nauwe samenwerking met onze partners een speciaal Informatieplein Mensenhandel ingericht. Hierin worden signalen van mensenhandel ingebracht en gewogen door experts op dit thema, werkzaam bij de verschillende RIEC-partners. Het doel hiervan is te komen tot een verbeterde integrale aanpak van mensenhandel, waardoor het zicht op de aard en omvang van deze vorm van ondermijning wordt vergroot en de aanpak kan worden versterkt. Met dit Informatieplein zal vanaf januari 2021 in pilotvorm worden geëxperimenteerd. 

In de integrale aanpak van mensenhandel speelt de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW) een belangrijke rol. Om de verbinding met deze RIEC-partner te versterken, is een medewerker van de Inspectie SZW tijdelijk bij het RIEC Noord-Holland gedetacheerd. 

Dit heeft in 2020 geleid tot een betere aansluiting van de Inspectie SZW bij het Informatieplein en de lopende casuïstiek. Daarnaast heeft deze medewerker een belangrijke rol gespeeld in de totstandkoming van de pilot Informatieplein Mensenhandel en levert hij een bijdrage aan het deelproject arbeidsuitbuiting van het versterkingsproject Uitbuiting. 

De afgelopen jaren zijn er binnen de Noord-Hollandse gemeenten aandachtsfunctionarissen opgeleid, die binnen hun eigen organisaties eerstelijnsprofessionals kunnen trainen in het signaleren en melden van mensenhandel. Als RIEC Noord-Holland fungeren we voor deze aandachtsfunctionarissen als vraagbaak en aanspreekpunt. Zo helpen we signalen te duiden, geven we adviezen over de mogelijkheden signalen op te plussen en vormen we regelmatig de schakel naar andere relevante partners, zoals de politie en de Inspectie SZW.

Vanuit het regionale versterkingsproject Uitbuiting wordt extra geïnvesteerd in de verdere professionalisering van de aandachtsfunctionarissen. In dat kader werd in 2020 het webinar ‘Basisniveau bestuurlijke aanpak’ georganiseerd. Hieraan hebben we als RIEC Noord-Holland een  inhoudelijke bijdrage geleverd.

Georganiseerde hennepteelt

De productie van en de handel in cannabis is een omvangrijke, illegale bedrijfstak. Bij de aanpak van georganiseerde hennepteelt richt het RIEC Noord-Holland zich op de totale cannabisketen, dus niet alleen op growshops, coffeeshops en hennepkwekerijen in woningen en bedrijfspanden, maar ook op de personen die diensten of producten leveren voor de hennepteelt.

Casuïstiek

In 2020 hebben in totaal negen casussen gedraaid met als hoofdthema georganiseerde hennepteelt.  

  • In twee casussen is gebruikgemaakt van het door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) opgestelde barrièremodel Hennep, waarin verschillende stappen van het criminele bedrijfsproces van hennepteelt worden onderscheiden. Van het verwerven en inrichten van een locatie tot en met het distribueren van het hennepproduct naar de afnemers.
  • De toepassing van het barrièremodel van het CCV past bij onze ambitie om het leerrendement en (maatschappelijk) effect van onze casussen te vergroten. Met behulp van het model wordt het gehele hennepnetwerk in kaart gebracht en krijgen we zicht op cruciale functies in de hennepketen. Op basis daarvan kunnen partners gerichter en strategischer interventies inzetten en barrières opwerpen om het Crimineel Samenwerkingsverband (CSV) te verstoren. Doordat het barrièremodel inzichtelijk maakt welke cruciale rollen aangepakt kunnen en moeten worden, wordt bovendien ook effectiever omgegaan met de inzet van de capaciteit van partners.
  • Naast onze betrokkenheid in de casussen, hebben we diverse gemeenten geadviseerd en ondersteund bij bestuurlijke sluitingen van panden op grond van artikel 13b van de Opiumwet.

Ontwikkelingen, activiteiten en Resultaten

Convenant Drugslocaties Noord-Holland
In samenwerking met NH Samen Veilig hebben we in 2020 het Convenant Drugslocaties Noord-Holland opgesteld. Het convenant is inmiddels ondertekend vertegenwoordigers van de 34 gemeenten in de eenheid Noord-Holland, de politie Noord-Holland, het Openbaar Ministerie Noord-Holland, woningcorporaties en woningbouwverenigingen, netwerkbeheerders, drinkwaterbedrijven, waterschappen, intergemeentelijke sociale diensten en omgevingsdiensten.

Het convenant heeft betrekking op (de productie van) zowel softdrugs als harddrugs en is daarmee een verbreding en verruiming van het eerdere hennepconvenant. Op basis van het nieuwe convenant kan er op alle vormen van drugscriminaliteit snelle uitwisseling van informatie tussen de convenantpartners plaatsvinden. Hennepkwekerijen en drugslabs kunnen zo sneller en beter worden opgespoord en verantwoordelijken worden aangepakt. Ook is de kans groter dat gemaakte opruimkosten van dumpingen van chemisch afval op de daders kunnen worden verhaald. Daarnaast wordt met het convenant beoogd het produceren, verwerken, opslaan en verhandelen van drugs te bemoeilijken.

Harmonisatie Damoclesbeleid
Met de ‘Wet Damocles’ wordt verwezen naar artikel 13b van de Opiumwet. Dit artikel biedt een juridische basis aan gemeenten, om op te treden tegen een coffeeshop die de voorwaarden overtreedt en tegen de handel in drugs vanuit andere lokalen, zoals bijvoorbeeld cafés en winkels, maar ook woningen, loodsen en bedrijfsruimtes.

Samen met de politie Noord-Holland werkten verschillende gemeenten in onze eenheid het afgelopen jaar aan het harmoniseren van hun Damoclesbeleid. Inmiddels hebben de gemeenten Purmerend, Beemster, Landsmeer, Waterland, Edam-Volendam, Zaanstad, Oostzaan, Wormerland, Velsen, Heemskerk, Beverwijk en Uitgeest het beleid ingevoerd. De West-Friese gemeenten hebben een inhoudelijk zelfde beleid in voorbereiding.
Als RIEC Noord-Holland hebben we een coördinerende rol gehad in de totstandkoming van het geharmoniseerde beleid. In vervolg hierop zullen we een adviserende rol vervullen in de toepassing van het beleid en dit daarnaast ook onder de aandacht brengen bij de andere gemeenten in onze eenheid.

Misbruik en fraude in de vastgoedsector

Fraude met vastgoed is zeer divers. Voorbeelden zijn illegale verhuur en onderverhuur, huurders die uitgebuit worden of mensen die onder druk worden gezet om hun woning aan derden te verhuren. Een ander voorbeeld zijn panden die voor criminele activiteiten, zoals illegale prostitutie of hennepteelt, worden gebruikt. Ook het witwassen van crimineel vermogen door aan- en verkoop van vastgoed of frauderen met inkomensgegevens om een (te hoge) hypotheek te kunnen bemachtigen komen regelmatig voor.
De vastgoedsector is vatbaar voor witwassen en fraude door gebrek aan transparantie, de lage pakkans en de doorgaans hoge rendementen. Criminelen weten soms handig misbruik te maken van legale ondernemingen en juridische en financiële dienstverleners, zoals taxateurs, notarissen en accountants. Dat kan de samenleving ondermijnen.

Casuïstiek

In 2020 behandelden we verschillende casussen die betrekking hebben op vastgoedfraude. De meeste daarvan lopen door in 2021.

  • In één van deze casussen hebben we nauw samengewerkt met het versterkingsproject Maritieme Smokkel. Mede op basis van de casus is beter inzicht verkregen in de vastgoedketen, de verschillende rollen die onder meer makelaars, financieel adviseurs en notarissen daarin spelen en de wijze waarop criminelen hier misbruik van maken. In het project worden op grond van deze inzichten barrières ontwikkeld tegen het witwassen van crimineel verworven geld in vastgoed. Daarnaast is er ook samengewerkt met het versterkingsproject Intensiveren Afpakken, dat de inzet van communicatie als interventiemiddel heeft versterkt.
    Het onderzoek heeft geleid tot een strafbeschikking bestaande uit geldboetes voor de twee financiële bemiddelaars. Er wordt gestreefd naar een opname in het extern verwijzingsregister.
  • In één van onze gemeenten liepen het afgelopen jaar verschillende casussen met als hoofdthema  fraude in de vastgoedsector. Deze waren door de betreffende gemeente ingebracht naar aanleiding van door ons geboden Bibob-ondersteuning bij het verstrekken van omgevingsvergunningen.

Ontwikkelingen, activiteiten en Resultaten

Eén van de deelprojecten van het versterkingsproject Maritieme Smokkel richt zich volledig op het aanpakken en voorkomen van misbruik in de vastgoedsector in onze eenheid. Aan de hand van de kennis en ervaringen die worden opgedaan in de repressieve RIEC-signaalaanpak, worden binnen dit project effectieve barrières in het ketenproces vastgoed ontwikkeld. Hierbij werken publieke en private partners samen.

De in het project opgedane kennis over de vastgoedketen passen we toe in nieuwe RIEC-casussen. Zo versterken repressie en preventie elkaar.

Er is inmiddels een regionaal overzicht van professionals van de diverse partnerorganisaties, die beschikken over specifieke expertise op het gebied van vastgoedfraude.

Er wordt gewerkt aan een handboek met vragen en antwoorden over het thema Fraude en misbruik met vastgoed, waarin tevens wordt aangegeven waar en bij wie professionals uit onze regio met vragen terecht kunnen.

Witwassen en daaruit voortvloeiende financieel -economische criminaliteit

Vrijwel elke vorm van criminaliteit kent een financieel motief. Het thema Witwassen en daaraan gerelateerde vormen van financieel-economische criminaliteit is dan ook geregeld aan de orde in RIEC-casuïstiek en binnen de versterkingsprojecten Financial Intelligence Team (FIT) en Intensiveren afpakken van het programma Aanpak Ondermijning.

Witwassen is het geven van een (schijnbaar) legale status aan een voorwerp (meestal geld of goederen), dat afkomstig is uit een misdrijf, zodat het besteed en geïnvesteerd kan worden in de bovenwereld. Door de investeringen die criminelen doen, kunnen ze invloed krijgen op personen, ondernemingen en legale sectoren. Hierdoor is witwassen een ernstige bedreiging voor de economie en tast het ook de integriteit van de financiële sector aan. 

Financieel economische criminaliteit bevat alle vormen van criminaliteit met een grote financiële en/of fiscale component. Te denken valt bijvoorbeeld aan BTW- en overige belastingfraude, illegaal gokken, underground banking, fraude met toeslagen en subsidies, faillissementsfraude en oplichting. Vaak komen combinaties van deze vormen van financieel-economische criminaliteit voor.

Casuïstiek

Net als eerdere jaren was het thema Witwassen en overige financieel economische criminaliteit ook in 2020 het meest voorkomende thema (49 maal) binnen de lopende RIEC-casuïstiek. Deze casussen kenden een grote verscheidenheid aan vormen van financieel-economische criminaliteit en witwassen. Hieronder volgen enkele voorbeelden.

  • In een complexe casus, gebaseerd op signalen van witwassen, fraude en bankieren zonder vergunning, ontstond van de betrokken locatie het beeld van een vrijplaats voor allerhande vormen van criminaliteit en een hotspot voor ondergronds bankieren.
  • In een andere casus stonden niet alleen de fiscale verplichtingen van een voetbalclub, maar ook de relatie van deze club met de gemeente centraal. Bij het verlenen van vergunningen door de gemeente en het sluiten van een overeenkomst voor het gebruik van sportvelden door de club, ontstonden risico’s voor de integriteit van het openbaar bestuur.
  • Bij een autoverhuurbedrijf werd een illegaal gokhuis aangetroffen en opgerold. De politie trof ter plaatse een aantal personen aan die hadden deelgenomen aan een illegaal kansspel. Daarnaast overtraden ze de corona-noodverordening. Bij het grootste deel van de spelers werden aanzienlijke hoeveelheden contant geld aangetroffen. Het verhuurbedrijf werd zes maanden gesloten. Alle kosten voor het uitvoeren van de sluiting zijn voor rekening van de overtreder. 
  • In een casus waarin twee personen werden aangehouden voor hennephandel en witwassen, zijn naast hennepgerelateerde producten ook in beslag genomen: munitie, twee auto’s, een motor, telefoons, laptops, geld, dure kleding en horloges.
  • In het district Noord-Holland-Noord kregen de samenwerkende RIEC-partners zicht op een bedrijfsverzamelgebouw met gemiddeld 350 ingeschreven ondernemingen. Met het verlenen van domicilie aan malafide ondernemers, werd onder meer financieel economische criminaliteit vanaf dit adres gefaciliteerd. Hierdoor ontstond bovendien een ernstige verstoring van de openbare orde.
  • Drie verdachten uit een RIEC-casus werden aangehouden op verdenking van belastingfraude door een bedrijf dat klanten de mogelijkheid biedt om volledig anoniem serverruimte te gebruiken. Het bedrijf wordt genoemd als een zogenoemde ‘bulletproof hoster’. Het vermoeden is dat het bedrijf jarenlang opzettelijk voor tonnen te weinig belasting heeft afgedragen.

Ontwikkelingen, activiteiten en resultaten

Versterkingsprojecten Financial Intelligence Team (FIT) en Intensiveren Afpakken
Naast de reguliere RIEC-casusaanpak, werken de RIEC-partners op het thema Witwassen en daaraan gerelateerde financieel-economische criminaliteit ook samen in de versterkingsprojecten Financial Intelligence Team (FIT) en Intensiveren afpakken van het Programma Aanpak Ondermijning.

Waar het FIT zich richt op snel afpakken van onverklaarbaar vermogen (in geld en goederen), gaat het bij Intensiveren afpakken vooral om de preventieve kant van afpakken en wordt nadrukkelijk gekeken naar het maatschappelijk effect van bestuurlijke, strafrechtelijke en fiscale afpakinterventies.

Fraude financiële steunregelingen COVID-19
Ondernemers die worden geraakt door de maatregelen van het kabinet om de COVID-19 pandemie te bestrijden, kunnen gebruikmaken van verschillende financiële regelingen. In de praktijk vergt het behandelen van de aanvragen en de uitbetaling aan rechthebbenden een grote inspanning van de instanties die zijn belast met de uitvoering hiervan. Om getroffen ZZP’ers en werkgevers tijdig tegemoet te komen in hun (loon)kosten is snelheid in dat proces geboden. Om die reden, maar ook vanwege de fysiek beperkende coronamaatregelen, gebeuren aanvraag en afhandeling hoofdzakelijk digitaal. Dit staat een grondige controle op de rechtmatigheid van de aanvragen soms in de weg, iets dat toch al moeilijk is, vanwege de grote omvang van het aantal aanvragen dat wordt gedaan. Dit vormt een risico voor misbruik van de regelingen.

Sinds de inwerkingtreding van de steunregelingen zien we dat subjecten uit diverse ondermijningscasussen in Noord-Holland, naast de criminele activiteiten waarvoor ze zijn aangemeld, ook misbruik maken van de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo), de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL).

Vanuit het RIEC Noord-Holland zijn uitkerende instanties in voorkomende gevallen verzocht onderzoek te doen naar fraude met de steunmaatregelen. Ook wezen we hen op de beschikbaarheid van informatie in open bronnen en lopende onderzoeken. Soms kon een aanvraag op grond daarvan worden afgewezen of een uitkering worden beëindigd. In de meeste gevallen hebben we echter geen zicht op de opvolging van de signalering van mogelijk misbruik en fraude van de regelingen. Overigens moet worden opgemerkt, dat sommige uitkerende diensten geen RIEC-convenantpartner zijn, waardoor het uitwisselen van informatie niet altijd mogelijk is. 

In totaal hebben we een bedrag van €919.178,- aan potentiele fraude gemeld bij gemeenten, UWV of de ISZW (en indirect FIOD). Inmiddels zijn de diverse steunpakketten door het kabinet uitgebreid en verlengd. Naar verwachting zal het aantal ZZP’ers en werkgevers dat hierop een beroep doet voorlopig omvangrijk blijven.

Om gemeenten weerbaar te maken tegen misbruik van coronasteunmaatregelen, ontwikkelden en verspreidden we diverse informatieproducten en toolkits. Klik op de link hieronder om hiervoor naar de pijler Bestuurlijke weerbaarheid te gaan.

image